Van oorsprong is de Nieuwe Meer een natuurlijk water. Het was een uitloper van de voormalige Haarlemmermeer die niet is ingepolderd. In de jaren ’60 is het vergroot met de realisatie van de Westelijke Tuinsteden toen het als zandwinplas diende. Het gevolg was dat de Nieuwe Meer een diepe plas werd. De waterkwaliteit is in al die jaren nooit erg hoog geweest. Vooral zomers tiert de blauwalg weeldig. Aangezien de Nieuwe Meer naast scheep-vaartverbinding ook en met name voor de recreatie een functie heeft, is verbetering van de waterkwaliteit noodzakelijk.
Dat heeft extra prioriteit omdat de beheerder Hoogheemraadschap Rijnland ook een Europese opgave heeft via de Kaderrichtlijn Water (KRW). Kortom; er moet wat gebeuren!
Ook vanuit de VN is het onderwaterleven een van de 17 doelen (de zogeheten Sustainable Development Goals).
Een antwoord op deze uitdagingen zijn de door kunstenaar Erik Hobijn ontwikkelde Gevouwen Oevers. Vingers van drijfland, die gemaakt zijn van het levende bouwmateriaal mycelium en riet. Op zijn plek gehouden door de biotoopboom.
Oeveroppervlaktevergroting creëren door langgerekte stukken drijfland in het water aan te brengen, die zorgen voor waterzuivering. Maar die ook een schuil- en leefomgeving bieden aan het waterleven, paaiplaats voor vissen als voor vogels zoals de kleine karekiet. Waarbij de Europese meerval hopelijk zijn weg (terug)vindt naar de Nieuwe Meer. Tegelijkertijd ontstaan er kleine haventjes, waartussen op het water recreërende bezoekers een idyllische afmeerplek vinden.
Blijf je graag op de hoogte? Meld je aan voor onze Nieuwsbrief!